Afgelopen week waren de oude veehallen in Den Bosch voor één dag het epicentrum van duurzaam ondernemen. Tijdens het Nationaal Sustainability Congres deelden ondernemers uit verschillende sectoren hun visie op het bereiken van diverse Sustainable Development Goals (SDG’s) – biodiversiteit, klimaat, schone energie, gelijkheid. Naast de bekende gezichten als Patagonia en Triodos zagen we onder meer Friesland Campina, de Bijenkorf, AB InBEv en Zeeman. Opvallend was het terugkerende thema van ‘groene fondsen’ of compensatie-organisaties. Het publiek vroeg zich af of deze initiatieven een mooie bijdragen leveren aan CO2 reductie of enkel pleister plakkerij zijn.

Herbebossing gefinancierd met CO₂-credits

Land Life Company is een bedrijf dat de ambitie heeft om de twee miljard hectare gedegradeerd land die onze wereld rijk is te bebossen. Van Mongolie tot Mexico tot Spanje – het doel is terugbrengen van de natuur. Om hun missie te kunnen bekostigen stelt Land Life Company commerciele organisaties in de gelegenheid CO₂-credits te kopen. Bedrijven zoals ABN AMRO, Leaseplan Bank en de Nationale Postcode Loterij (NPL) compenseren hiermee hun (rest)uitstoot. Een geweldig initiatief dat bijdraagt aan ons klimaat en de biodiversiteit, of een te makkelijke manier van het oplossen van exorbitant hoge CO₂-uitstoot? Sander Keulen, Head of Business Development, legt uit dat het bedrijf een ondergrens hanteert en niet met iedere partij in zee gaat. Uiteraard is reduceren van negatieve impact de eerste stap die een bedrijf moet maken. Echter, het is lastig om direct op nul uit te komen. Hier kan Land Life Company inspringen. “Bovendien gaat het ons echt om herbeplanten en het terugbrengen van de natuur in zijn oorspronkelijke staat. We gaan zeker het gesprek aan met bedrijven, maar onze focus is in eerste instantie herbebossen,” aldus Keulen. Fair Climate Fund is een soortgelijke speler. Zij investeren naast herbebossing ook in clean cooking, biogas en waterzuivering en leggen duidelijk uit dat ze alle projecten Fairtrade gecertificeerd en Gold Standard Carbon Credits genereren. Deze CO₂-credits verkopen ze tegen een eerlijke prijs aan particulieren en bedrijven in westerse landen die hun (rest) CO₂-uitstoot willen compenseren.

Vega worstenbrood

Naast CO₂-initiatieven waren er workshops van onder ander B Corp Europe, The Sustainable Brand Index, AB InBev en de Bijenkorf. De catering – uiteraard volledig vega, inclusief de Brabantse worstenbroodjes – werd verzorgd door Smaackmakers en op parkeerplaats werd bij iedere auto de bandenspanning gecheckt. De dagvoorzitter van het geheel was Lars Sorensen, die aan het eind van de dag de belofte maakte aankomend jaar een x-aantal congressen pro bono te doen, mits ze duurzaamheid als thema hebben. In de verschillende zaaltjes waar de workshops plaatsvinden schroomden deelnemers niet om kritische vragen te stellen. De Bijenkorf gaat voor ‘more sustainable’ assortiment, maar wat verstaan ze onder ‘more sustainable’? Bomen planten ter compensatie van plastic post van de NPL, is dat geen pleisters plakken in plaats van het probleem aanpakken? De algehele tendens was hoopvol en zelf strijdlustig te noemen.

Kijktip: So long, Shell?

Als afsluiter werden Eline Hesse en haar vader John op het podium verwelkomt. Hij een Shell pensionado en zij een milieu activiste. Door de grote aandelen portefeuille die Eline van haar vader kreeg kan zij alle Shell aandeelhoudersvergaderingen bijwonen en bestudeert zij verandering van binnenuit. Wat de oplossing is dat is moeilijk in één zin te vatten, maar ze weet wel dat activisten en Shell in gesprek moeten blijven. Op 14 december gaat haar documentaire Petrol dollars for a different engine in premiere bij de Balie in Amsterdam.